Hechting

Wat omvat hechting?
Als een kind ter wereld komt, is een kind afhankelijk van zijn of haar opvoeder(s) voor zorg en bescherming. Het kind gaat dan een hechtingsrelatie aan met degenen die hem of haar van deze zorg kunnen voorzien. Dit is een actief proces dat bestaat uit afgestemde reacties tussen het kind en zijn of haar opvoeder(s). Als resultaat van dit proces van hechting ontwikkelt een kind een gevoel van basisvertrouwen. Basisvertrouwen is het vertrouwen in de eigen mogelijkheden én het vertrouwen in de beschikbaarheid van derden. Een kind met voldoende basisvertrouwen zal zijn of haar opvoeder(s) gebruiken als een veilige uitvalsbasis om de wereld te exploreren en om bij terug te keren voor troost en bescherming. Soms ontstaan er problemen in de hechting en ontstaat er hechtingsproblematiek. Dit kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door langdurig negatief contact tussen opvoeder(s) en het kind, afwezigheid van de opvoeder(s) op cruciale momenten, overbezorgdheid, dan wel verwaarlozing van het kind. In zulke situaties is er door opvoeder(s) onvoldoende afgestemd op het kind, waardoor een kind geen veilige hechtingsrelatie met zijn of haar opvoeder(s) ontwikkelt. Er wordt dan gesproken van een onveilige hechting. Er zijn verschillende uitingsvormen van een onveilige hechting te onderscheiden. Zo kan een kind met een onveilige hechting ofwel in extreme mate toenadering zoeken bij zijn of haar opvoeder(s), ofwel veel verzet laten zien thuis, ofwel juist opvallend weinig toenadering zoeken. In enkele gevallen is er sprake extreme verwaarlozing, mishandeling of frequente wisseling van opvoeder(s) en kan er worden gesproken van een reactieve hechtingsstoornis.

Invloed op het dagelijks leven
Als er bij jou of jouw kind sprake is van hechtingsproblematiek kan dit problemen opleveren in het verdere leven. Hechting speelt immers een belangrijke rol bij groei op verschillende ontwikkelingsgebieden (sociaal, emotioneel en cognitief). Ook ontwikkelt een kind met een onveilige hechting onvoldoende basisvertrouwen. Dit betekent in de praktijk dat een kind onvoldoende vertrouwen in zichzelf én de ander heeft. Hierdoor leert iemand zijn of haar eigen gevoelens, gedachten en wensen onvoldoende te herkennen en vervolgens te reguleren. Het kan zijn dat jij hierdoor problemen ondervindt en merkt dat het invloed heeft op jouw zelfbeeld en dat onder andere het aangaan van relaties lastiger voor jou is.

Wat kun je ermee?
Is bovenstaand verhaal herkenbaar voor je? Dan kan een behandeling mogelijk helpen om de interactiepatronen tussen opvoeder(s) en kind te verbeteren. Dit zal vervolgens invloed hebben op de hechtingsrelatie tussen opvoeder(s) en kind. Hechtingsproblematiek uit zich altijd in de interactie tussen meerdere personen; kind en opvoeder(s). Dit maakt dat een behandeling bij hechtingsproblematiek gericht zal zijn op de interactie tussen het kind en zijn of haar opvoeder(s). De behandeling zal zich grotendeels richten op de opvoeder(s). Tijdens de behandeling zal opvoeders worden geleerd om sensitief én responsief op het kind te reageren. Anders gezegd moet het kind duidelijk het gevoel krijgen dat hij of zij gezien en gehoord wordt. Gaandeweg kan het kind zich dan durven toevertrouwen aan degene door wie hij of zij gezien en gehoord wordt en zal het basisvertrouwen van het kind worden vergroot. Gedurende de behandeling zal veelal worden gewerkt met video-opnamen. Middels videofeedbackbegeleiding zal worden gekeken naar de interactiepatronen tussen opvoeder(s) en kind. Hierbij zal aandacht zijn voor de sterke kanten in de interactie en eventuele verbetermogelijkheden.

Voor meer informatie over diagnostiek-/behandelmogelijkheden kunt u kijken bij onze diensten