Vol verwachting stapt Marina voor het eerst groep 3 van de basisschool binnen. Nu gaat het gebeuren: ze leert lezen. Met vertrouwen worden haar vorderingen thuis gevolgd. De eerste woordjes, het eerste boekje met diezelfde woordjes en soms herkent ze een letterteken in een ander boek.” Die is van maan” klinkt het enthousiast. Na enkele maanden wordt Marina stiller. Ze vertelt niet meer over nieuwe woorden en ze reageert niet meer op letters die ze zou kunnen herkennen. Als moeder op school aan juf vraagt hoe het met Marina gaat geeft die aan dat het natuurlijk best goed gaat, maar dat Marina wel wat oefening nodig heeft met lezen. Ze pakt het niet echt vlot op. Afgesproken wordt dat vader en moeder thuis wat extra met haar zullen lezen. Er gaat een boekje van school mee naar huis, waaruit moeder samen met Marina een half uurtje leest.

young-reader-1415472Toch vordert ze maar moeizaam; Marina merkt dat zelf heel goed. Alle kinderen van haar klas zijn verder dan zij en die lezen thuis niet met hun moeder samen, die mogen spelen. Moeder merkt het pas op de ouderavond, als juf laat zien dat Marina bij de zwakkere lezers hoort. De een leert het nu eenmaal makkelijker dan de ander stelt juf de ouders gerust. Gewoon een kwestie van doorzetten en volhouden dus, tenzij Marina het niet meer aan kan; dan kan ze het misschien beter een jaartje over doen. Moeder verdubbelt haar inzet, terwijl Marina wanhopig probeert om zich de techniek van het lezen eigen te maken. Ze begrijpt niet hoe al die kinderen het zo vlot zien, terwijl zij moeizaam moet ontcijferen. Lezen is al lang niet leuk meer, naar school gaan wordt steeds minder leuk en als ze er aan denkt heeft ze buikpijn. Maar dan leest, gelukkig voor Marina, moeder een artikel over dyslexie.

Ze herkent het beeld dat daarin wordt geschetst als de situatie waarin haar eigen kind verkeert. Kinderen met dyslexie leren in tegenstelling tot andere kinderen niet vanzelf lezen. Ze blijven steken in het moeizaam uitspellen en ontcijferen van de woorden en raken ondanks oefening steeds verder achterop. Inderdaad, het ene kind leert wel gemakkelijker dan het andere en oefening kan een wat trager lerend kind helpen. Als het om dyslexie gaat geeft extra oefening echter weinig resultaat. Het is dan zaak om precies uit te zoeken om welke vorm van dyslexie het gaat, zodat de leestechniek aangepast kan worden aan de mogelijkheden van het kind. Dyslexie gaat niet over, maar meestal kun je met een goed aangepaste techniek wel leren lezen en schrijven.

Moeder meldt Marina na lezing van het artikel aan voor een onderzoek. De orthopedagoog die het onderzoek uitvoert vertelt dat Marina vooral moeite heeft met het herkennen van letters aan woorden. Ze hoort niet vanzelf in haar hoofd een klank als ze een letterteken ziet. Zij krijgt van de orthopedagoog een leesmethode die er voor zorgt ze heel precies de juiste klanken aan de juiste letters koppelt, om zo verder te leren lezen. Hier wordt op school en bij de orthopedagoog mee gewerkt. Thuis oefenen hoeft gelukkig niet meer: op school flink je best doen betekent thuis fijn spelen!

Gerien van der Stam
GZ-psycholoog