We gaan beginnen. Iedereen gaat staan, zingen, zitten, even luisteren, nog eens staan en zitten. Kortom afwisseling genoeg. Waarvoor is dat kleedje? Daar kun je op knielen, als we gaan bidden. Op dit moment wachten we vervolgens met spanning. Als het uiteindelijk zover is blijft hij toch liever gewoon zitten en kijken hoe sommige andere mensen dit doen. Dan gaan we luisteren. Die meneer duurt lang hè. Ja, best wel, even stil proberen te zijn. Denk je dat hij bijna is afgelopen? Nou, nog eventjes denk ik. Ik moet wel plassen. Kun je nog even wachten? Nou, dan wordt denk ik mijn broek nat en dat vind jij niet leuk. Nee, klopt, daar zou ik niet zo blij mee zijn. Kom maar even mee dan. Als we terug komen is de meneer gelukkig klaar. We zingen nog even en hij kijkt nog wat om zich heen, constateert dat er verschillende meneren op de ruiten staan en vraagt wie het zijn. Nou, het is steeds weer een andere tekening van Jezus. Soms doet hij gewoon een schone jas aan, hè mam. Dan zingen we nog een keer en de meneer die zo lang duurde loopt met allerlei anderen achter zich aan de kerk uit. “Afgelopen” wordt er geconstateerd. Maar…..wanneer gaan ze nu trouwen?
Gerien van der Stam
GZ-psycholoog