“Speklap, speklap” is het eerste dat ze hoort als ze het schoolplein oploopt. Niet naar luisteren denkt ze en dapper stapt ze verder. “Speklap!” Het gaat net zo lang door tot ze het gevoel heeft dat ze iets moet doen. “Je bent het zelf”, probeert ze zich te verdedigen. “Ha, hoor je dat, een varken dat praat”. De groep heeft plezier en ze zoekt koortsachtig naar een plekje waar men haar niet ziet. Ze begrijpt het niet zo goed. Nou volgt ze de raad van haar moeder al een aantal dagen op, maar het helpt niets. Gewoon doorlopen, niet reageren, dan houden ze vanzelf op. Nou, deze meiden houden nooit op.

Eigenlijk heeft ze ook het gevoel dat die meiden gelijk hebben. Ze is best dik en ze wil graag net zo dun zijn als die anderen, maar dat lukt niet. Er over praten is moeilijk, want als ze zegt dat ze speklap wordt genoemd en dat ze te dik is, dan zegt mama dat het best meevalt. Ze ziet er gewoon leuk uit en die meiden roepen maar wat. “Gewoon niets van aantrekken; schelden doet niet zeer”. Maar het zit haar behoorlijk dwars en mama weet even goed als zij dat ze wel dik is.

Troosten helpt hier niet en de zo goed bedoelde raad  is moeilijk op te volgen. De meiden merken heel goed dat het haar moeite kost om niet te reageren en hebben daarmee eigenlijk hun doel al bereikt. Schelden is bedoeld om te kwetsen en in de meeste gevallen doet het dat ook. Daarom is voortbestaan van het scheldwoord gegarandeerd, tenzij je aan de kwetsbaarheid van het slachtoffer iets kunt veranderen. Dit meisje probeert thuis aan te geven dat ze uitgescholden wordt omdat ze dik is. Een poging om te troosten loopt al snel uit op een ontkenning van het probleem, waardoor erover praten moeilijk wordt. Als moeder bevestigt dat haar dochter best dik is, kan dit meisje haar verdriet en haar boosheid over de situatie uiten. Vervolgens is het mogelijk om samen naar verantwoorde oplossingen te zoeken en om te bespreken dat ze meer is dan alleen maar dik. Pas als het scheldwoord minder pijn doet zal ze in staat zijn om gewoon door te lopen en het zich niet aan te trekken. Dan gaat de lol er voor de groep van af.  Bij hardnekkige pesterij is het verstandig om hulp te zoeken.

Gerien van der Stam
GZ-psycholoog