Dyscalculie

Wat omvat Dyscalculie?
Heel wat kinderen hebben op enig moment moeite met rekenen of later, op de middelbare school, met wiskunde. Werken met formules en procedures ziet er niet voor iedereen even logisch uit en op de basisschool leveren optel en aftreksommen tot 100 zo de nodige problemen op. Toch verkrijgen de meeste mensen uiteindelijk zodanig rekenkundig inzicht dat eenvoudige berekeningen probleemloos uitgevoerd worden, inschattingen van bepaalde kosten vanzelf kunnen worden gedaan, ruimtelijke structuren herkend worden. Bij sommige kinderen verloopt dit proces echter moeizaam, ondanks dat andere onderdelen van school, zoals het leren lezen en spelling, wel goed gaan. Er kan dan eventueel sprake zijn van Dyscalculie.
Dyscalculie is gedefinieerd als een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen met het leren en vlot/accuraat oproepen/toepassen van reken/wiskundekennis (feiten/ afspraken), die blijvend zijn ook na gedegen onderwijs. De volgende kenmerken moeten daarbij aanwezig zijn:

  • Er is sprake van een significante rekenachterstand ten opzichte van leeftijd- en/of opleidingsgenoten, waar betrokkene in het dagelijks leven door gehinderd wordt (criterium van ernst);
  • Er is sprake van een significante rekenachterstand ten opzichte van datgene wat op basis van de individuele ontwikkeling van betrokkene verwacht mag worden (criterium van achterstand);
  • Er is sprake van een hardnekkig rekenprobleem, dat resistent is tegen gespecialiseerde hulp (criterium van didactische resistentie).

Invloed op het dagelijks leven
De eerste signalen van een mogelijke dyscalculie dienen zich aan in de kleuterperiode. Kleuters ontwikkelen spelenderwijs gevoel voor hoeveelheden, begrippen als meer, minder, evenveel, eerlijk verdelen. Als er sprake is van dyscalculie blijft deze begripsvorming achter vergeleken bij de talige ontwikkeling. Later dienen zich vooral rekenproblemen aan, terwijl het onthouden van begrippen en het tellen geen moeite kosten. In groep 4, als er bewerkingen tot 100 uitgevoerd moeten worden vallen deze kinderen duidelijk uit. Hoewel het vaak wordt gezien als de rekenvariant van dyslexie, is het goed om te weten dat de problematiek van dyscalculie ook verder kan gaan dan enkel rekenproblemen. ruimtelijk inzicht is veelal minder, waardoor ook het onthouden van routes en het lezen van kaarten lastiger kan verlopen. Vaak is het basale getalgevoel aangedaan, waardoor ook rekenen met geld en het lezen van tijd lastig is. dit heeft dan weer gevolg voor het ontwikkelen van tijdsbesef.

Wat kun je ermee?
Hoewel dyscalculie niet genezen kan worden en dus nooit overgaat, is aan de gevolgen van dyscalculie heel veel te doen. Op de basisschool is er de mogelijkheid tot extra tijd voor toetsen en in de laatste jaren een rekenmachine voor de ‘simpele’ bewerkingen. Ook binnen het voortgezet onderwijs kan met behulp van een aangepaste didactiek (wijze van lesgeven) veel leed worden voorkomen. Inzicht in wiskunde, natuurkunde of economie zal niet ontstaan, maar kinderen kunnen door het volgen van vaste procedures wel tot het oplossen van vraagstukken komen. Zo kunnen ze zich binnen het geboden onderwijs op het niveau dat bij hun verdere ontwikkeling past goed staande houden. Voor deze faciliteiten is dan wel een officieel onderzoek nodig met de daarbij behorende dyscalculieverklaring.

Voor meer informatie over diagnostiek-/behandelmogelijkheden kunt u kijken bij onze diensten